Bart Buijlinckx zit thuis. Niet omdat dat moet – daar heeft hij voor gekozen. De zwaarwerkregeling maakt het mogelijk te stoppen met werken vóór je pensioenleeftijd. Daar had Bart wel oren naar.

Als grondwerker en machinist werkte Bart van jongs af aan in de infra. Hard werken, lange dagen. ‘Als bestuurder van een minigraver was ik goed in speciale werkzaamheden, dat vak heb ik op het werk geleerd. Het voorbereiden, materialen klaarleggen bijvoorbeeld, deed ik allemaal met de hand. Daar heeft niet iedereen zin in, want het is zwaar werk.’

Meteen in slaap

Ook al zit Barts werkgever maar twaalf kilometer verderop, de klussen gingen het hele land door. ‘Soms maakten we door de reistijd dagen van 12 uur of langer. ‘s Morgen om vijf uur vertrekken en om zes uur ‘s avonds weer thuis. Dan is al je energie verspeeld. Ik kwam thuis, ging eten en viel daarna op de bank meteen in slaap.’

Dat leven brak Bart wel op, na zoveel jaar. En trouwens, zijn vrouw vond het ook niet zo “gezellig”. ‘Nee, thuis hadden ze niet veel aan me. Daar is nu ook veel meer rust.’  

Afscheid van een mooi vak
Bart stopte per 1 januari van dit jaar met werken, op zijn 64e. Dat was ook de eerste datum dat de zwaarwerkregeling inging. Hij hoorde van het bestaan van de regeling via een vriend, nu zo’n acht maanden geleden. ‘Die maat werkte ook in de bouw en had twee jaar geleden een ooginfarct gehad, hij informeerde me erover. Ik was er toen eigenlijk niet mee bezig. Dus ik heb er wel eerst heel goed over nagedacht.’     

Financieel was het geen probleem, dat was het punt niet. Bart kan zich goed redden met de nieuwe regeling. Maar afscheid nemen van een mooi vak, dat doe je niet zomaar. 

Beter nu stoppen
Toch vond Bart redenen genoeg om de regeling te benutten. Zijn ouders overleden beide op redelijk jonge leeftijd, ook had hij al twee keer een hernia gehad. ‘Straks krijg ik ook wat, dacht ik. En ik wil niet hetzelfde meemaken als mijn ouders. Ik voel me goed, dan kan ik beter nu stoppen.’

Groen licht
‘De aanvraag verliep best heel goed,’ vertelt Bart. ‘Het duurde wel lang voordat ik de definitieve goedkeuring kreeg. Mijn baas vroeg regelmatig: Hoe ver ben je ermee, Bart? Logisch, hij moest een vervanger zoeken. Maar uiteindelijk kreeg ik in december vorig jaar groen licht. En het is allemaal goed geregeld.’

Zo’n goedkeuring heeft ermee te maken dat de zwaarwerkregeling niet voor iedereen geldt, je moet aan voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen. Dat kan daarom soms wat langer duren.  

Tijd voor thuis
Hoe gaat het nu met Bart? ‘Heel goed! Ik hoef niet meer naar buiten in de regen en de kou, of ‘s morgens vroeg op pad. Want dat breekt je wel op, als je ouder wordt. Dat mis ik niet. Ik hou nog wel bij hoe het met het werk gaat, dat vind ik leuk. Ik vond het altijd een mooi vak, dat verdwijnt niet.’

Bart verveelt zich niet. Hij wandelt met de hond. Doet de karweitjes die hij altijd had uitgesteld en heeft zelfs een verbouwing in zijn huis op de planning staan. ‘Wat ik zelf kan doen, dat doe ik. Dan ben ik toch mooi bezig. Mijn zoon heeft net een nieuwe boerderij gekocht, dus daar valt ook het nodige te doen. Maar ik ga ook echt rustiger aan doen, hoor. Ik ben niet voor niets gestopt.’

Zo heeft Bart ook meer aandacht voor zijn gezin, voor thuis. Zijn vrouw, die in de verpleging werkt, maakt ook lange dagen. ‘Soms zagen we elkaar amper. Dat is nu gelukkig anders, ik heb meer tijd voor haar.’

Nou vooruit, en voor de oldtimer die Bart kocht om toerritten mee te rijden en een beetje aan te sleutelen. Want een man moet wel een hobby hebben, niet waar?