Sjouwen, stucen, trap op trap af, beton storten, kruiwagens vol met kilo’s cement verplaatsen en lange dagen maken. Zo zagen de 49 jaar werken in de bouw eruit voor Leo Scholman (67 jaar).
Leermeester Leo
’Ik begon met werken toen ik 15 jaar was als timmerman. Ik heb mij steeds weten op te werken tot leermeester’. Zo werd de leergierige Leo al snel metselaar, toen stukadoor en uiteindelijk tegelzetter. ‘De laatste 25 jaar heb ik gewerkt als tegelzetter en heb ik veel jongens mogen opleiden.’ Leo heeft veel gezien en gedaan en heeft dat altijd geprobeerd over te brengen op de volgende generatie.
Mijn vrouw gaf de doorslag
Voor Leo kwam de regeling precies op het juiste moment. ‘Op een gegeven moment merk je dat je niet meer meekomt met die jongens, je lijf wil niet meer zoals eerst’. Dus toen zijn werkgever hem ruim drie jaar geleden vertelde over de zwaarwerkregeling, kwam dat als geroepen. Leo voegt toe: ‘Mijn werkgever zei zelf: “Het is goed zo, ik denk dat je dit moet aannemen.” Daar hoefde Leo dan ook niet lang over na te denken. ‘Ik vond het gelijk een goed idee en de gedachte gaf mij rust. Mijn vrouw gaf de doorslag en moedigde mij echt aan van deze regeling gebruik te maken’.
Weer mijn eigen tijd bepalen
Het zwarte gat, waar men de bezige Leo voor waarschuwde, is nooit gekomen. ‘Onze dagen vullen zich vanzelf en ik heb mij nog geen minuut verveeld’. Zijn vrouw beaamt dit en is erg blij met hun tijd samen. ‘We zijn al 45 jaar getrouwd zonder een dag ruzie’, vertelt Leo trots. ‘Ze miste het gezelschap en nu is zij ook sinds een paar maanden thuis, dus kunnen we echt samen optrekken.’ Het geheim is dat je elkaar moet vrijlaten maar ook moet opvangen. ‘Als ik een flink stuk wil fietsen en zij heeft al andere plannen, dan is dat natuurlijk helemaal prima’, zegt Leo lachend. Ze gaan graag naar hun vakantiehuis in Drenthe om van de natuur te genieten. Leo: ‘Fiets op de auto en dan een stuk rijden, lunchen, fietsen en weer inladen en terug’. ‘Ik geniet zo van het feit dat ik mijn tijd zelf kan bepalen, niets moet meer en niemand zit achter je aan’.